100 jaar Eindhoven 1920-2020 stadsdeel Woensel

www.rijksmonumenten.nl – Foto: Mark Bergsma

In deze derde bijdrage kijken we terug naar Woensel via de reisnotities van de commissaris van de koningin baron van Voorst tot Voorst, Commissaris der Koningin in Noord-Brabant van 1894-1928.

Zou er nu ook nog omgekocht worden met bier en jenever door pastoors en burgemeesters zo als hieronder beschreven?
Bij mijn bezoek op 24 augustus 1899 aan Strijp vernam ik van B en W dier gemeente, dat bij de laatste periodieke raadsverkiezing te Woensel aldaar geweldig “gestemd” was. De burgemeester van Woensel had 5 handlangers in den Raad; de pastoor had er zes. Als het dus op stemmen aankwam, moest de burgemeester het altijd verliezen. Dit nu begon ten slotte den burgemeester te vervelen; bij de verkiezing wist hij de mindere kiezers op zijn hand te krijgen, een aanhanger van den pastoor werd uit den Raad gewerkt, en door een vriend van den burgemeester vervangen.
De nieuw gekozene kwam te overlijden nog vóórdat hij had kunnen zitting nemen; daarop werd er een nieuwe verkiezing uitgeschreven; de burgemeester en de pastoor hadden weer ieder hun eigen candidaat; van de zijde van den pastoor trachtte men de mindere kiezers van den burgemeester tot zich te trekken, door een gewonen sigarenmaker candidaat te stellen. Die toeleg mislukte geheel en al; de candidaat van den burgemeester werd gekozen, tegenover die van den pastoor (het reeds eenmaal gevallen raadslid); de sigarenmaker had slechts 70 stemmen gekregen. Zeer tot mijn leedwezen schijnt bij deze stemmingen een zeer ruim gebruik te zijn gemaakt van drank: jenever en bier; in de naburige gemeenten sprak men er althans schande van, en beweerde men, dat de verkiezing geheel beheerscht was geworden door het antwoord op de vraag, wie van de twee partijen het meeste geld over had voor jenever of voor bier.

Woensel en Eckart
Den 25e augustus 1897 bezocht ik deze gemeente. Ik reed van Eindhoven naar Woensel; vandaar naar Nunen; vervolgens naar Tongelre, en vandaar weer naar Eindhoven. De harmonie kwam mij tegemoet, maar ontmoette mij niet, doordat ik langs den grooten Rijksweg (Eindhoven-Best) nar Woensel reed, terwijl de harmonie eenen gemeenteweg volgde.
Op het Raadhuis vond ik den burgemeester met zijnen geheelen Raad; in de kamer van den burgemeester werd mij een glas eerewijn aangeboden, waarna ik met B en W naar boven ging en in de Raadszaal plaats nam. Op mijne audiëntie verscheen de pastoor van Woensel (een man, die
zonder mij iets te zeggen, tegenover mij plaats nam, terwijl ik stond) en zijne twee kapelaans; ik vernam van hen, dat de toren van de nieuwe kerk kort nadat hij voltooid was, was ingestort, doordat er verkeerde steenen aan gebruikt waren, en dat er geen geld was om een anderen toren te bouwen.

Het raadslid Van Oers klaagde er over, dat er ten gemeentehuize trouwboekjes werden
afgegeven voor f. 0,25, terwijl die boekjes in den handel 8 centen kosten; ik stelde later aan den
burgemeester voor om die boekjes gratis ten koste der gemeente te verstrekken. Verder
kwamen nog de hoofden der scholen te Woensel en te Acht hunne opwachting maken. Het beste
gedeelte (financieel het beste) wed indertijd van Woensel afgenomen en bij Eindhoven gevoegd.
Nu nog wonen ± 1.500 menschen tegen de bebouwde kom van Eindhoven aan, doch behooren
tot Woensel.

Het dorp Woensel is langzamerhand verplaatst, ten gevolge van den bouw der Roomsche kerk in
1875. Vroeger stond de kerk aan den grintweg naar Son. In heele oude tijden stond de kerk nog
op eene andere plaats; die kerk is gesloopt; er bleef nog van over de toren, daarbij vindt men nog
de openbare school; deze wordt te klein en zal op den duur ook wel verplaatst worden. Het
Raadhuis moest ook al verplaatst; hoewel het oude nog goed bruikbaar was, werd er toch een
nieuw gebouwd tegenover de nieuwe kerk.

Het nieuwe raadhuis was juist in gebruik genomen, het oude is nu verhuurd voor fl. 110,-. De
verplaatsing van het raadhuis geschiedde niet dan na een hardnekkigen strijd in den boezem van
den Raad; eene commissie uit Gedeputeerde Staten moest zelfs naar Woensel, om te trachten
bemiddelend op te treden; zonder succes!
De Heer Van Glabbeek uit Tilburg heeft op de grens van Woensel en Best een stuk
gemeenteheide duur gekocht (hij betaalt fl. 300,- de ha.) en is bezig een steenfabriek op te
richten, waarin hij 5 á 6 millioen steen ’s jaars kan bakken. Zijne installatie kost hem zeker een
ton. Hij krijgt een halte aan de lijn Eindhoven-Best te Acht, maar moet daarvoor zelf het station
bouwen en de verdere onkosten dragen; een en ander kost hem fl. 17.000,-. De gemeente maakt
een ringweg van die halte tot aan de fabriek ± 400 m; de weg zal 2½ M breed zijn tusschen de
kantkeien en ongeveer fl. 3.000,- kosten.

Woensel heeft veel eigendommen;

’s jaars wordt tot in cultuur brengen van heide (aanleg van
mast) ± fl. 1.000,- aan arbeidsloon besteed. De grond wordt niet omgezet, maar er worden
singels opgeworpen van ± 4 M breedte. De mast moet te Woensel zeer welig groeien. De
gemeente is sinds 1887 op deze manier bezig; ze heeft reeds ± 100 ha. Mastbosschen, die
uitstekend groeien.
Er wordt in Woensel veel muziek gemaakt;
er waren twee harmonieën en twee zangvereenigingen; die allen kwamen serenades brengen. Toen ik te Eindhoven was, bood de gemeenteraad mij een dejeuner aan; Woensel wilde niet minder doen. Toen ik om 12 uur vertrekken wilde, zeide de burgemeester, dat er op gerekend was, dat ik even iets zou gebruiken; ik kreeg toen een groot dejeuner, bereid en bediend door Scheefhals te ’s Bosch. De
heele Raad zat mede aan. Midden onder het dejeuner stond ik op, omdat ik naar Nuenen moest,
alwaar ik toch al anderhalf uur te laat aankwam.
De burgemeester van Woensel maakte op mij een goeden indruk; kalm en bedaard, wist hij met
zijne wethouders en met de leden van den Raad aardig om te springen. Administratie van den
ontvanger was in goede orde; van de 48 betalingen voor vergunningsrecht waren er 19 geschied
op 1 Mei en 7 op 17 Mei. Administratie ter secretarie: het verslag over den toestand der
gemeente in 1896 was slechts onvolledig bewerkt. In de registers van den burgerlijken stand
waren de witte vlekken niet aangestreept. Het register van vestiging in de gemeente was
onvolledig ingevuld. De strafverordeningen waren niet alle in overeenstemming gebracht met
het nieuwe wetboek van strafrecht. De aanvragen en beschikkingen volgens de Hinderwet
waren wel samen vereenigd, maar een register ontbrak.

Zijn er nog lezers die herinneringen hebben aan de tijd van voor de grote woningbouw projecten rond 1950?We lezen graag jullie reacties

Zie ook:
dse.nl/100-jaar-eindhoven-1920-2020-stadsdeel-gestel/
dse.nl/100-jaar-eindhoven-was-philips-in-1896-al-bekend-genoeg/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *